Het voormalige vliegveld Ubbena

Nieuwsblad van Friesland : Hepkema's courant, 22 juli 1911

 

(Kranten)artikelen en advertenties die direct of indirect te maken hebben met het vliegveld in Ubbena, de betrokken personen en vliegtuigen.

 

Nieuwsblad van Friesland : Hepkema's courant, 22 juli 1911

Konings overlandsvlucht van Leeuwarden paar Groningen.
Noodlanding te Veenwouden.

LEEUWARDEN, 20 Juli. Op Woensdagavond was ze dan eindelijk definitief bepaald, de overlandvlucht van Koning van Leeuwarden naar Groningen. Daar op het oude vliegterrein te Helpman was alles voor de ontvangst gereed.

Op het vliegterrein hier stond te zeven uur een volgauto gereed, die echter eerst voorop zou gaan, omdat, gezien de grootere snelheid van de aeroplaan, een handicap van dezen gewenscht was. Eenige toestelonderdeelen, (schroef, enz.) werden opgeladen, drie monteurs, onder wie de jongste monteur van Koning en de secretaris van het vliegcomité namen in de auto plaats en toen ging deze 't veld af, de stad uit en den Groninger straatweg op. Te Hardegarijp; zoo was de afspraak, zou men uitzien naar de vliegmachine, om zoodra men die bemerkte, full speed in de richting Groningen te rijden.

Dat was te ruim kwart over zeven.

Koning had ondertusschen het vllegpak aangeschoten; de machine werd op het veld gereden, een laatste handdruk ten afscheid gegeven, en toen stapte de vlieger in. „Goede reis!" „Au revoir!", klonken de wenschen. De monteur Ladougne sloeg de schroef rond, en klom daarna mee op. Hij zou als passagier den tocht meemaken.

Maar het geluid van den motor verstomde. Een peilglas van de machine was gebroken, stukgestooten bij de instijging van den monteur.

„Dat is niets, we hebben een ander", zei de vlieger. En onderwijl de monteur het defect herstelde, deelde Koning mee, dat hij met dezen wind - het was vrij stil maar men had den wind mee - ruim 100 K.M. per uur maakte. Hij hoopte den afstand, plm. 50 K.M.,

in ongeveer 25 minuten

af te leggen, maar had voor ruim twee uren benzine in het reservoir.

Het gerucht van de voorgenomen vlucht had zich spoedig door heel de stad verspreid. Op de daken der huizen en om het terrein hadden zich tal van nieuwsgierigen opgesteld. Het terrein zelf werd door de politie vrijgehouden.

Het nieuwe peilglaasje was opgezet. Weer steeg de aviateur in. Men meende op te merken, dat de aangezette motor niet goed aansloeg. Na eenig weifelen echter pakte hij en de monteur steeg weder in. Nog een handgroet van den vlieger. Toen snelde de vogel over 't veld, en steeg daarna vrij steil op. 't Was 7.37. Rustig lag de machine tegen den westenwind in. Hij maakte een korte zwenking, en... wendde zich weer naar beneden. „Hij daalt!" werd geroepen. En ja, na eenige minuten raakten de wielen de aarde weer.

De motor had weer overgeslagen, lichtte de aviateur in. „'t Zelfde grapje van Zondag!"

Even proefloopen met den motor was 't besluit. De machine werd aan een paal vastgezet en toen liet Koning den motor snorren, nadat de monteur eerst flink met olie gewerkt had. Een paar keer sloeg de motor nog over, maar hij luisterde anders vrij nauw naar het hefboompje dat contact gaf, en dus meende Koning het te kunnen wagen. De aeroplaan werd voor de opvlucht gereed gezet, en na de gewone voorbereidingen, steeg zij te 7.57 op. En nu wendde bij de zwenking van het westen naar het oosten het hoogtestuur zich niet weer naar den grond, doch integendeel naar hooger, en met een boog om het vliegveld gaande, zette de Goupy

koers naar Groningen.

Luide hoera's vergezelden den vliegenier, die koersend langs de spoorlijn spoedig uit het gezicht verdween. Hij vloog op ruim een 300 meter hoogte, schatten we.

Een groote spin, die verwaasde in de blauwe lucht, dat was 't laatste beeld, dat de aeroplaan ons gaf.

En de aankomst te Groningen en de enthousiaste ontvangst? Helaas! het is er niet toe gekomen. Duizenden Groningers zijn teleurgesteld.

We wachtten op de berichten van aankomst. De telefoon schrilde ons op, voor de aviateur te Helpman kon zijn aangekomen. We hoorden: „Koning is te Veenwouden geland..."

We hebben den hoorn neergeworpen, en zijn gevlogen haast naar het station, om zoo mogelijk nog den trein naar die richting te halen. 't Geluk diende ons. De trein reed een minuut of vijf te laat af, en op 't nippertje kwamen we nog mee.

Te Veenwouden hoorden we, dat het herhaaldelijk overslaan van den motor Koning tot

een landing genoodzaakt had,

en dat daarbij vleugel, schroef en motor van zijn aeroplaan beschadigd waren. Het toestel lag een twintig minuten vanaf het station, dicht nabij de z.g. Schiersloot, in een van de achterste landen, grenzende bijna aan de Houtwielen.

Fietsen waren er niet te krijgen. Bijna ieder uit wijden omtrek had zich naar de plaats der daling gespoed. En natuurlijk op 't snelste vervoermiddel, de fiets. Gelukkig ontmoetten we een wagen, een platten melkwagen en daarmee reden we naar de dalingsplaats. De wagen was - zoo vertelde ons de voerman onder het lawaaierig schokken van het voertuig - door den vlieger gehuurd om de machine naar het station te brengen. Het toestel moest n.l. gedemonteerd worden.

Even voorbij de Schierstins draaide het vehikel een landreed in die naar de Fennen voerde. En daar, diep het land in, vonden we het ontredderde vliegtuig. Een marechaussee en een gemeenteveldwachter deden vergeefsche moeite om de talrijke belangstellenden op een afstand te houden. Zij drongen om het toestel, bezagen het van voor en achter, betastten de gebroken schroef, de uiterlijke machinedeelen en de vleugelvlakken. En gaven ondertusschen hun beschouwingen en opmerkingen ten beste. Later, toen het lang genoeg geduurd had, werd het publiek door de politie verwijderd.

Nadat we aan Koning ons leedwezen over de mislukking van den tocht en het ongeval hadden betuigd, deelde hij ons het een en ander mee over zijn vlucht en daling. Tot Hardegarijp was 't goed gegaan. Toen had weer

de motor enkele keeren geweigerd,

en hij begreep, dat hij moest dalen. Hij vloog rechts van den spoorweg, maar aan dien kant zag hij veel boomgewas (Bergumerheide en omgeving waarschijnlijk) en daarom was hij met een zwenking over den spoorweg gegaan en had hij aan den Dokkumer kant daarvan weiland gezocht, dat hem voor de landing geschikt leek. Met den kop in den wind had hij de neerdaling volbracht De machine bereikte goeden wel den grond, maar noodlottig nu zat daar juist overdwars in het land een breede gruppel, en daarin had de machine gestooten.

't Zou

een dure geschiedenis

worden. Het voor-onderstel was verbogen of gebroken, de schroef was tegen den grond stuk geslagen, de motor had door den schok een defect bekomen (of 't een heel ernstig defect was, kon hij nog niet vaststellen,) en de rechtervleugels waren beschadigd. Vooral de rechter-benedenvleugel zag er leelljk uit.

De vlucht had ongeveer tien minuten geduurd. Binnen 't kwartier na de glorievee opstijging te Leeuwarden lag het sierlijke toestel geheel kaduuk te Veenwouden tegen den harddrogen grond.

De volgauto was eerst geruimen tijd na de daling op het terrein verschenen. Want, of het spel sprak, ook die kreeg panne. Toen men de machine snel had zien dalen, en juist den Dokkumerweg wilde oprijden, sprong een band. En terwijl de inzittenden brandden van ongeduld om te weten hoe de landing was afgeloopen, moest eerst de reserveband omgelegd worden.

Gelukkig, toen dit klaar was en men den landweg een eindje opreed, zag men Koning bij de machine staan, geruststellend wenkend met de hand. Dat was een heele verruiming. Mocht nu de machine al beschadigd zijn, verpletterd misschien, Koning en zijn monteur waren er zonder letsel afgekomen. Dat begrepen de inzittenden.

Terwijl we dit uit den mond van Koning en den heer Berghuis, secretaris van het vliegcomité, opteekenden, was Konings jongste monteur reeds bezig de machine te

demonteren.

Het stuurvlak en de achtervlakken werden losgeschroefd. Maar het begon te donker te worden om daarmee door te gaan. Toen was 't wachten op de auto, die weer naar Leeuwarden was teruggekeerd om gereedschappen te halen. Als die kwam, zou men bij het licht der autolampen de aftakeling der machine voortzetten en ten einde brengen.

Het was Konings bedoeling om de stukken naar Leeuwarden te zenden en daar weer de machine op te stellen (hij heeft voldoende reservedeelen bij zich) om dan zoo mogelijk later den tocht, en dan beter, over te doen.

We zijn naar het station teruggegaan toen het wachten nog was op de komst van den auto. Op den landreed kwam het voertuig ons tegen. De aviateur en zijn helpers zullen wel een groot deel van den nacht nog gearbeid hebben voor de machine gedemonteerd en opgeladen was.

Sierlijk is het toestel het Oosten tegemoet gevlogen. Jammerlijk uitelkaar en kapot zal het hier teruggebracht worden. Maar ongelukken varen mee, bij 't vliegen vooral, - en Koning schijnt ons iemand toe, die zich niet spoedig laat ontmoedigen.

* * *

Wij hooren nog, dat de boer te Veenwouden, op wiens land de machine gedaald is, over de drukte op zijn land weinig gesticht was. Hij vreesde ook melkverlies bij de koeien, die daar liepen, en wilde pas het hek openen, om den wagen, die de aeroplaan vervoeren zou, door te laten, nadat hem f 20 schadevergoeding was toegezegd.

Bij nadere inspectie van de machine is gebleken, dat de schade meevalt. Was echter Koning's plan aanvankelijk, om ze te Leeuwarden te herstellen, en dan den tocht nogmaals te probeeren, hij acht het thans noodig, het toestel naar Groningen te doen vervoeren, en daar de reparaties te doen verrichten. Hij hoopt binnen een paar dagen weer te kunnen vliegen.

"De jongste monteur van Koning" zal timmerman La Douilly moeten zijn. Emile Ladougne vloog met Sieb mee...


Nieuwsblad van Friesland : Hepkema's courant, 22 juli 1911


  Pagina terug   Alle krantenartikelen

  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Goupy, Sieb Koning, Émile Ladougne.

  Laatst bijgewerkt op: 23 april 2022.

  De afbeelding van het artikel kan grafisch bewerkt zijn om de weergave op deze pagina mogelijk, of beter te maken.

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.