Het voormalige vliegveld Ubbena

Delftsche courant, 27 februari 1912

 

(Kranten)artikelen en advertenties die direct of indirect te maken hebben met het vliegveld in Ubbena, de betrokken personen en vliegtuigen.

 

Delftsche courant, 27 februari 1912

Een pseudo-journaliste-aviatrice.

In de „Bred. Ct." vinden wij het volgende medegedeeld over de juffrouw, die deze week werd gearresteerd doch weder ontslagen:

De qualiteit, waarin zij zich voor het eerst voorstelde, was die van journaliste.

Het was met de groote Europeesche rondvlucht op de Molenheide. In de ruimte, gereserveerd voor de pers, was ook zij. Niet jong was ze, noch elegant en veel telegrafeeren of schrijven zagen we haar niet. Mademoiselle Annie Pascal heette zij en zij vertegenwoordigde een Fransch blad „Le Journal".

Mademoiselle Pascal vertelde ons in de lange uren, dat we verveeld wachtten tot de wind zou verminderen en de vliegmenschen zouden kunnen opstijgen te Soesterberg om hun vlucht voort te zetten, allerlei verhalen over haar journalistenarbeid. Zij had de meeste buitenlandsche reizen van president Faillièrs mede gemaakt; zij had bijna alle werelddeelen bezocht, als vertegenwoodigster van groote buitenlandsche bladen. De Europeesche rondvlucht volgde zij geheel.

Met een automobiel was zij de Belgisch-Nederlandsche grens gepasseerd zonder eenige aandacht te wijden aan de douanen, die tot stoppen aanmaanden. Een formeele jacht was toen op haar voertuig gehouden en de zaak had voor haar nog ernstige gevolgen kunnen hebben, als niet de Fransche gezant zich er mede bemoeid had.

Mad. Pascal was een geboren française, maar ze schreef het Engelsch even gemakkelijk als haar moedertaal. Het Nederlandsch was ze volkomen meester. Haar uitspraak van het Nederlandsch was volmaakt en verried in niets de vreemdelinge. Maar ze had dan ook jaren in ons land gewoond en was er zelfs gepromoveerd in de letteren.

Wij, Nederlandsche journalisten, hebben elkander wel eens vragend aangekeken, maar we waren toch dankbaar door de verhalen, die eenige afwisseling brachten in de trieste verveling van het wachten. Reden om aan haar functie te twijfelen hadden wij niet. Haar was immers door het regelingscomité een perskaart verstrekt en bovendien waren er collega's, die haar op het vliegterrein te Venlo en elders hadden ontmoet.

Later besloot medemoiselle Pascal de luchtvaart te gaan beoefenen en zij liet zich als leerlinge inschrijven op de Molenheide. Nog voordat zij het leergeld en de waarborgsom voor eventueel aan te richten schade had betaald, liet zij zich al onderrichten in het vliegen. Den eersten keer, dat zij een vliegmachine besteeg, steeg zij er niet mee op, maar reed er mede op een ander toestel, zoodat beide toestellen zwaar beschadigd werden. Noch het leergeld, noch de aangebracht schade werden (zooals we nu vernamen) ooit betaald. Mad. Pascal besloot elders haar studiën voort te zetten.

Een bekend Rotterdammer, den heer H. wist zij te bewegen haar geld te leenen voor haar studies. Door hem werden haar ƒ500 verstrekt en later, niettegenstaande hij gewaarschuwd was voorzichtig te zijn met de „journaliste", gaf hij haar nog meer. De eerste ƒ 500 stelde hij haar ter hand met de opdracht, die af te dragen aan een op sportgebied bekend stadgenoot. Deze zou het geld beheeren en haar telkens zooveel van geven als zij noodig had. Mad. Pascal behield echter het geld zelf.

Zij had toen n.l. de schade aan de toestellen op de Molenheide reeds aangericht en had ook nog het leergeld en de waarborgsom te storten en dit deed ze liever niet, blijkbaar.

Zij begreep echter, dat haar hier telkens afdragen van het geld zou worden gevraagd. En op een zekeren dag was mad. Pascal verdwenen. Zij seinde aan een inwoner van Breda, dat zij te St. Job in 't Goor verder zou gaan studeeren, maar daarna weer op de Molenheide zou komen. Van Jan Olieslagers kocht zij een toestel, dat zij naar Gilze Rijen zond, waar het weken lang aan het station bleef staan. Zij zelf, meldde ze, zou als passagier van een aviateur per vliegmachine komen.

Zij kwam echter niet en de door haar gekochte vliegmachine bleef aan het station Gilze Rijen, totdat ze, naar we meenen, op last van Jan Olieslagers werd teruggezonden naar België.

De journalisten, die haar op het vliegterrein ontmoetten, hadden al spoedig niet veel vertrouwen meer in haar. Van een vertegenwoordiger van een der groote bladen b.v. had zij een vulpenhouder geleend en dien nooit teruggegeven en nog meer feiten wekten spoedig eenigen achterdocht. Daarover waren allen, die haar ontmoetten, het eens, dat zij al een zeer bijzonder type was. Hier ter stede woonde zij gedurende haar aviatische studie op de Molenheide eenigen tijd en elken morgen heel in de vroegte, nog vóór de eerste trein ging liep zij naar Gilze Rijen.


Delftsche courant, 27 februari 1912


  Pagina terug   Alle krantenartikelen

  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Annie Pascal, Jan Olieslagers.

  Laatst bijgewerkt op: 20 januari 2022.

  De afbeelding van het artikel kan grafisch bewerkt zijn om de weergave op deze pagina mogelijk, of beter te maken.

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.