Het voormalige vliegveld Ubbena

De Kampioen, 19 augustus 1910

 

(Kranten)artikelen en advertenties die direct of indirect te maken hebben met het vliegveld in Ubbena, de betrokken personen en vliegtuigen.

 

De Kampioen, 19 augustus 1910

Olieslagers te Helpman.

De kalme Groningers waren in actie gekomen.

Jean Olieslagers, de alombekende, zou op een terrein te Helpman, bij Groningen, gedurende eenige dagen vliegdemonstraties geven.

Een feit van beteekenis.

Wel ware de Groningers niet de eersten, die 'n vliegtuig in Nederland lieten komen, evenmin waren zij 't, die den eersten Nederlander zouden laten vliegen, maar dat zij hun keuze op Jean Olieslagers lieten vallen, bewees, dat zij iets buitengewoons willen hebben.

Want deze Belg is een der „hervorragende" personen op 't gebied der vliegkunst; z'n bijnaam „Antwerpsche duivel" wijst er reeds op, dat hij is een man van moed en durf, van beslistheid, zekerheid en zelfvertrouwen.

Dinsdag der vorige week kwam hij op het terrein met z'n beide broers, die hem als mechanicien en monteur behulpzaam zijn in het samenstellen van zijn toestel.

„'t Binne Vlaomings", hoorden wij opmerken. Ja, daaraan was niet te twijfelen; het echt naïeve van het Vlaamsch kwam vooral goed bij den jongsten Olieslagers, Max, uit.

Jean Olieslagers, is een bekende figuur; van hem behoeven we derhalve geen biographie te geven. Zijn triomfen, zijn ongelukjes, zijn buitenkansjes, ze zijn den lezer bekend; 't leven, dat hij leidt, is vol emoties. En wie het tot vóór kort nog niet wist, zal thans wel weten, dat Vlaamsche Jan een self-made man is op 't gebied der vliegsport.

Dinsdagavond in de latigheid kwam Olieslagers' „bagage" in een kist van 8 M. lengte, 2 1/2 M. breedte en 2 1/2 M. hoogte, op het terrein; daarin zal de „aap", het vliegtuig, dat 280 kilo weegt en 22.000 francs gekost heeft; het is gemonteerd met een motor van 60 P.K. en heeft een snelheid van 90 à 100 K.M. per uur.

Woensdagochtend werd het vliegtuig in elkaar gezet; één vleugel werd weer in de kist gelegd, die was „voor 't breken". En met een „vooroit, 'k hoop dat ik jou niet noodig ben," deponeerde Jean ook een reserve-wiel weer in den grooten koffer.

De heer Olieslagers beproeft den motor. (Red. bijschrift foto)

En terwijl daar de drie broers druk in de weer waren om het vliegtuig te monteeren en Jean met plannen rondliep om den eersten den besten dag het record van Van Maaswijk te verbeteren, werd in Helpman uit vele woningen de driekleur gestoken, verrezen  ververschingstenten her en der, werden verschillende gelegenheden tot bergplaatsen van fietsen ingericht.

Er heerschten vreugde en verwachting.

Zoo kwam de middag, de lang verwachte middag. Evenals in Heerenveen bleef ook hier het publiek kalm en werd het 't lange wachten niet moe.

't Was halfzeven, toen Olieslagers een versche sigaret in den brand zette en zeide" „'t Goit al wel." Er was nog wel wat wind, maar 't zou nu dan toch gebeuren.

Olieslagers bespringt zijn luchtros: Max zet de schroef aan, terwijl eenige mannen het vliegtuig tegenhouden. „Los!" klinkt het bevel. „Daar gaat ie!' roepen de duizenden wachtenden nu. Dan volgen zij in ademlooze spanning hetgeen er nu gebeuren gaat.

Eenige tientallen meters rijdt het vliegtuig over het terrein, dan stijgt het prachtig op. De muziek speelt het volkslied van Zuid-Nederland.

Olieslagers vliegt naar 't oosten, keert terug, snort over 't terrein en verdwijnt weer; soms is hij niet meer te zien met 't ongewapende oog.

De Groninger koeien zijn voor het gevaarte al even bang als de Friesche. Met de staarten in de lucht hollen ze over de weiden. Dat wordt beter met de komende generaties; we hebben 't immers gezien met de automobielen! De koeien van 't jaar zooveel werden dol van 't geraas en de vaart van een auto, die van de thans levende generatie kijken slechts even nieuwsgierig op, en grazen dan rustig verder.

En de vogels! Ze lijken wel duizlig te zijn; ze buitelen onderstboven en maken dat ze wegkomen voor den nieuwen luchtveroveraar. Wanneer ze aan 't nieuwe luchtbeest wat gewend zijn geraakt, zullen ze wel begrijpen, dat voor hen haastige spoed zelden goed is.

„Kijk, kijk... kijk!"

Olieslagers begint een wedstrijd tegen den sneltrein naar het zuiden. De reizigers vinden het zeer interessant. Ze hangen met hun lijven uit het geopende portierraampje, rekken zich de halzen bijna uit 't lid om toch maar goed te kunnen zien naar dat zeldzame schouwspel.

Wie 't winnen zal? Totalisator niet noodig. De Belg vliegt over den trein met bijna dubbel-snelle vaart. Nu keert hij terug, de menschen juichen. Nu vliegt hij 't buurttreintje Groningen-Winschoten achterop, voorbij; dan keert hij en vliegt het spoortje weer tegemoet. Gejuich alom: op de wegen, op het terrein en uit het treintje.

We raadplegen ons horloge: 30 minuten heeft hij gevlogen. Nu zal hij landen. Prachtig komt hij neer op 't terrein. Hij heeft 30 min. 54 sec. gevlogen en het record Van Maasdijk (27 min. 59 1/5 sec.) verbeterd.

Olieslagers wordt nu met gejuichdonder begroet; dames en heeren nemen hem, ondanks verzet, op de schouders en dragen hem in triomf rond.

De eerste dag is een groot succes geweest.

Den tweeden dag heeft Olieslagers 33 min. 55 sec. gevlogen. De hoogte varieerde van 250 tot 40 M. (den vorigen dag vloog hij op 80 M. maximum hoogte).

Aan den tweeden dag is een aardige bizonderheid verbonden. Olieslagers had bezoek van een paar heeren uit Utrecht, die hem over een vliegweek ten hunnent kwamen spreken. 't Speet hun, dat ze om 7 uur met den sneltrein weg moesten en hem dus niet konden zien vliegen. „O," zei onze Jan, „dat is niet erg. Ik zal de heeren nog wel even aan den trein komen zien, ga maar links zitten en let bij 't vertrek goed op."

Netjes heeft hij ze uitgeleid. Om tien minuten vóór zeven steeg hij op; eerst ging 't naar Kropswolde, om zich even 'n beetje uit te vliegen, en toen, 't tegen zeven uur liep, zocht Olieslagers het station op. Daar kwam de sneltrein met een vaart van 60 kilometer. Eerst vloog hij er even dwars over heen en toen pakte hij na een wijde bocht de spoorlijn, haalde den trein in, kwam al spoedig vóór en bracht zijn Utrechtse bezoekers netjes tot voorbij Haren! (Olieslagers is al geëngageerd om van 24-28 Aug. in Utrecht te komen.)

Het bommeltje naar Zuidbroek gaf hij ook een uitgeleide, voor de aardigheid vloog hij even in een kringetje om het treintje heen.

Vrijdag en Zaterdag is er te Helpman niet gevlogen. Maar Zondagmiddag om drie uur steeg Olieslagers wederom op; hij bereikte een hoogte van 350 M. En om halfzeven nog eens. Dat was de mooiste vlucht. Zij had 46 min. en 22 sec. geduurd, en de grootste hoogte, die bereikt werd, was 700 M.

't Aantal menschen, dat dagelijks naar de verrichtingen van den vlieger kwam kijken, was nu eens 5000, dan weer meer. Zondag waren er wel 13000 belangstellenden.

Olieslagers is Zondagavond nog uit Groningen vertrokken.

Er wordt geschreven over "drie broers Olieslagers". Hoogstwaarschijnlijk zijn het twee broers Jan en Max, én eerste monteur Hubert Hagens. De laatste komt ook uit België en lijkt qua uiterlijk erg veel op Jan, maar ze zijn geen familie!


De Kampioen, 19 augustus 1910


  Pagina terug   Alle krantenartikelen

  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Emile de Schepper, Hubert Hagens, Vliegveld Ubbena, Jan Olieslagers.

  Laatst bijgewerkt op: 20 januari 2022.

  De afbeelding van het artikel kan grafisch bewerkt zijn om de weergave op deze pagina mogelijk, of beter te maken.

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.