VEENDAM. De bladen hebben al herhaaldelijk geroemd over het vernuft van een onzer ingezetenen, een eenvoudige arbeider, die zelf een vliegmachine heeft klaar gemaakt. De schrandere man heeft nu zijne machine gereed, maar nu kan hij niet vliegen omdat hij geen motor kan koopen. En de royale burgerij en de kapitalisten, die getrouw dat vernuft roemen, laten den man maar steeds wurmen. Om nu een motor te kunnen koopen, heeft hij zijn vliegmachine tegen entree ten toongesteld, maar 't zal de vraag zijn, of dat hem de noodige dubbeltjes zal verschaffen.

Wij moeten den uitvinder bewonderen, dat hij ondanks alles, den moed behoudt, om zijn zoo begeerlijk doel te bereiken, om met zijn door eigen handen gemaakte machine, door het luchtruim te zweeven. De meeste menschen hadden voor al die moeite en scharrelarij al lang het hoofd laten zinken. Zoo zijn er weinig arbeiders die van hun eigen vinding het voordeel behalen. Gewoonlijk slaat de een of ander geldman z'n klauwen er achter, om met de eer en het voordeel te gaan strijken, terwijl de uitvinder zelf arm en vergeten in het graf gaat. Maar onze Veendammer schijnt zooveel respect voor z'n eigen kindje te hebben, dat hij niet toelaat dat het in andere handen komt. En of hij gelijk heeft!