Provinciale Drentsche en Asser courant, 22 september 1911

Vliegweek-Vries, bij Zeijen.

Iedere dag oefeningen door de Gebr. DIJK van Utrecht.

Zondag zal bij goed weer de Heer REINDERS Vliegen.

A. Hofkamp


Provinciale Drentsche en Asser courant, 22 september 1911


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Veendam I, Nummer 2, Willem Reinders, Albert Hofkamp, Van Dijk en Paanakker, Vliegveld Ubbena

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


Nieuwsblad van het Noorden, 22 september 1911

Uit het vliegkamp bij Vries schrijft men ons: Donderdagmiddag heerschte er bij en in de vliegschool groote bedrijvigheid: de Goupy-tweedekker van Koning en de „Helpman I" van Hagens en De Schepper werden gedemonteerd voor een reis naar Den Haag. De aviateurs Koning en Mulder zullen aldaar, zooals men weet vliegdemonstraties houden. Bij slecht weer wordt het uitgesteld. De vliegmachines zijn 's avonds reeds naar Groningen vervoerd, om daar bevracht te worden naar Den Haag.

De heer Reinders van Veendam kan nu zijn „Veendam I" monteren, en zal met de gebroeders Van Dijk en hun neef Paanakker bij goed weer reeds heden oefeningen op het veld houden.

Na afloop der demonstratie te Den Haag keren de machines alhier terug in de hangar.


Nieuwsblad van het Noorden, 22 september 1911


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Helpman I, Veendam I, Emile de Schepper, Hubert Hagens, Nummer 2, Goupy, Willem Reinders, Adriaan Mulder, Sieb Koning, Van Dijk en Paanakker, Vliegveld Ubbena

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


Nieuwsblad van het Noorden, 23 september 1911

Vliegveld Vries bij Zeijen.

Iedere dag oefeningen door de GEBR. DIJK van Utrecht. Zondag zal bij goed weer de heer REINDERS vliegen.


Nieuwsblad van het Noorden, 23 september 1911


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Veendam I, Nummer 2, Willem Reinders, Van Dijk en Paanakker, Vliegveld Ubbena

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


Nieuwsblad van het Noorden, 25 september 1911

SPORT.

Vliegen.

[...]

Het vliegveld te Zeijen heeft gisteren een talrijk publiek getrokken, Er waren ongeveer 1000 menschen, die, hopend op een vlucht van den heer Reinders, zich derwaarts hadden begeven. Deze kon echter de door hem gekoesterde plannen niet ten uitvoer brengen, daar een der onderdeelen voor de luchttoevoerregeling niet aanwezig was. Dit was voor 6 weken reeds door den heer Hagens besteld en kon iederen dag komen. Pogingen, gisteren door den heer Reinders aangewend, om zich te Groningen van een plaatsvervangend stuk te voorzien, waren mislukt. Maar ook indien dit onderdeel wel aanwezig geweest ware, had wellicht van een vlucht nog niets gekomen, want de zwakke Noordenwind stond juist dwars op het terrein, zoodat men ons dan ook verzekerde, dat de heer Hagens in hetzelfde geval ook „binnen" zou zijn gebleven.

Om het publiek terwille te zijn, besloten de heeren van Dijk en Paanakker met hun toestel eenige rol-oefeningen te houden. Dit toestel is hiervoor uitermate geschikt, daar de wielen breed zijn en ver van elkaar af staan. Toen echter de vóórschotten van den hangar werden neergelaten, drong het publiek, dat zich in en bij de consumptietent bevond zoo op, dat de leerling-aviateurs uit vrees voor ongevallen zóó niet durfden te beginnen met het houden van oefeningen. Toen aan hun beleefd verzoek om ruimte te laten niet werd voldaan, maakten ze korte metten: het toestel werd weer in den hangar gereden en de schotten werden er weer voor geplaatst.

Toen echter bood een Assenaar, met een kwaden vertegenwoordiger van het hondengeslacht aan een ketting, zich aan om, geassisteerd door eenige anderen, ruim baan te maken.

En dat gelukte schitterend. Hond en eigenaar gingen, als een grensrechter langs de witte afscheidingslijn op een voetbalveld, langs de menschenhaag, om het inconvenient der al te groote belangstelling - kenmerk van gratis-demonstratie's - tegen te gaan. Het was de beurt van den heer Paanakker om zich te oefenen. En deze maakte mooie huppelsprongetjes over het terrein, maakte flinke wendingen, maar toch was de zijwind nog te sterk, om een bocht te nemen, die het terugrijden naar den hangar mogelijk maakte. De as verboog eenigszins door een oneffenheid op het terrein. Het publiek huldigde den leerling-aviateur met een applausje en dankbaar toch iets gezien te hebben, verliet het het vliegveld.


Nieuwsblad van het Noorden, 25 september 1911


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Veendam I, Nummer 2, Willem Reinders, Van Dijk en Paanakker, Vliegveld Ubbena

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


Nieuwe Veendammer courant, 26 september 1911

Vliegveld te Zeijen.

Verleden week deed men ons per briefkaart de mededeeling dat Zondag onze plaatsgenoot de heer Reinders zou vliegen. We stapten dus Zondagmiddag, ook gedreven door het prachtige weer op onze velocipède en sloegen den weg naar Zuidlaren in, om van deze eerste aviatische prestaties getuige te zijn. En al werden we in onze eigenlijke verwachtingen teleurgesteld, We hebben ons den rit niet beklaagd. Het vliegveld ligt vrij ver af, van Zuidlaren nog ongeveer drie kwartier op de fiets. De weg loopt echter door een landschap zoo rijk aan natuurschoon, heeft er van den weg zulke aardige uitzichten, dat 't genot daarvan alleen de inspanning van den rit vergoedt. We kwamen dan eindelijk op het vliegterrein, waar om en bij de groote houten gebouwen eenige honderden menschen waren samengekomen, wachtend op het oogenblik dat gevlogen zou worden. Twee van deze houten gebouwen zijn bergplaatsen voor vliegmachines, het 3de is een comfortabel ingericht café, met biljart, piano, orgel en leestafel, waarop verschillende couranten en tijdschriften, enz. Eenigszins in spanning verkeerend, haastten we ons onzen aviateur Reinders te zoeken. We vonden hem in een hangar zijn machine, waar bovenop een aviatiek uitziend persoon zat te hameren en te kloppen, alsof 't heele ding weer uit elkaar zou. Als men op een vliegveld is, verkeert men steeds in onzekerheid of er gevlogen zal worden of niet, zelfs al is bladstil, en dat was het. We vroegen dus direct hoe 't er mee werd. R. antwoordde dat hij niet zou vliegen, want er mankeerde nog een kleinigheid aan zijn toestel, een hefboompje ontbrak, en dat had hij niet kunnen krijgen. Op onze vraag waarom hij niet eerder zijn toestel geprobeerd had, antwoordde hij, dat, toen de Helpman en Konings toestel er waren, er voor zijn machine geen plaats was in de hangars. Hij had nog niet gevlogen, wel reeds een paar keer het terrein rondgehuppeld.

Hij zou dus nu ook niet vliegen, maar zijn collega van Dijk zou een vlucht maken. We hadden al enkele van die heeren met leeren kappen om de beenen en met korte broeken rond zien wandelen, en nu hoorden we dat dit waren de gebroeders van Dijk en gebrs. Paanakker, alle vier leerling-aviateurs.

We gingen naar de andere loods en daar zagen we een vliegtoestel, vervaardigd door de gebrs. van Dijk, ook een eendekker. Een der heeren zat in den stuurstoel en was bezig uitlegging te geven van de verschillende functies der diverse draadjes en hef boomen. We vroegen of hij zou vliegen. Neen, maar Reinders zou een tour maken. We vertelden hem toen wat we pas van R. gehoord hadden. Daar kwam juist iemand op onze groep toegeloopen en van onder een heel groote sportpet hoorden we een slordige stem: We kunne wel is een baantje rolle! Met nonchalante beweging (sport en nonchalance hooren bij elkaar) gooiden direct een paar der heeren met leer om hun beenen hun jassen uit en werden de schotten van de hangar geopend. Nauwelijks kreeg het publiek dit in de gaten of daar kwamen de menschen toestroomen. Allen wilden er liefst zoo dicht mogelijk bjj staan, en men drong zoo op, dat het manoeuvreeren beslist onmogelijk zou zijn.

De aviateur, we meenen een mijnheer Paanakker, verklaarde zoo het toestel niet buiten te halen, doch dat maakte niet veel indruk. Meer hielp het, toen een der heeren met behulp van een hond aan een koord de menschen terug drong. En toen ging het los: de motor, een driecylinder, werd aangezet, en daar wipte het toestel er van door, zich in het schemerdonker als een reuzenvogel afteekenend tegen den donker purperen horizon. De bestuurder maakte daarop verschillende wendingen, maar van den grond kwam hij niet. Het publiek juichte den vlieger even toe en het toestel werd weer opgeborgen. Daarop reden we in den prachtigen zoelen avond naar huis.

"De gebroeders van Dijk en gebrs. Paanakker" zijn de gebroeders van Dijk en hun neef Paanakker.

"We gingen naar de andere loods en daar zagen we een vliegtoestel, vervaardigd door de gebrs. van Dijk, ook een eendekker." Het vliegtuig - de "Nummer 2" - is gemaakt door Heinrich van der Burg, niet door de gebroeders van Dijk en neef Paanakker.


Nieuwe Veendammer courant, 26 september 1911


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Veendam I, Nummer 2, Willem Reinders, Albert Hofkamp, Van Dijk en Paanakker, Vliegveld Ubbena

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


Laad meer