Enkhuizer Courant, 9 maart 1912

Van Week tot Week.

Een platte beurs, een hoogh gemoet
En dede noyt syn meester goet.

En z'n meesteres evenmin. Want het is dit keer 'n vrouw, die we binnenleiden als de eigenares van ,n „platte beurs" en 'n „hoogh gemoet". Mejuffrouw Pascal. Een buitengewoon klinkende naam. De studeerende jeugd, die staat voor de grenslijn van lager- en middelbaar-onderwijs, heeft den naam van den grooten Franschen natuur- en wiskundige reeds in haar notitieboekje gekrabbeld. Annie Pascal, aviatrice. 't Vorige jaar was ze op de Molenheide nabij BREDA, waar ze deel zou nemen aan de vliegdemonstraties. Doctor in de letteren te Leiden gepromoveerd, journaliste, correspondente van het „Petit Journal en de „Morning Post". Met erg veel sportbloed in de aderen, 'n Autotocht, dwars door Azië, had ze meegemaakt. Als aviatrice had ze kennis gemaakt met koning Manuel van Portugal, die even later z'n huishoudinkje had opgebroken en naar Engeland verhuisd was. Haar geestesontwikkeling mocht niet lijden onder de sportieve neigingen. Te Breda zocht ze gegevens om den invloed na te gaan der sterrebeelden op de verstandelijke vermogens der kinderen en op de beurzen van nu juist geen lichtgeloovige lieden, maar toch in elk geval van menschen, die ze wist in te palmen door haar voornaam en geleerd doen. 't Waren geen kleine sommetjes, die ze wist binnen te goochelen. De voorschotten die ze losklopte, liepen in de honderden argelooze heeren, die de verschijning van Annie niet ongezellig vonden en haar aangenamen verhaaltrant bewonderden, openden de portefeuilles voor de interessante journaliste. Zij wist wel raad met het geld. Leefde in hotels zoo weelderig mogelijk, kocht van Jan Olieslagers 'n Bleriotoestel (op krediet natuurlijk), om er mede naar de maan te gaan? Zoo hoog is ze niet gekomen, het kruikje is gebroken, mej. Pascal - 'n valsche naam - ontmaskerd, thans als oplichtster gesignaleerd, straks waarschijnlijk door een handige advocaat vrijgepleit.

De maanreis moet dus voorloopig worden uitgesteld. Als de tijd daar is, kan ze zich associeeeren met 'n handigen jongen van de vlakte, die „school" maakt, bij nacht en ontij in de praktijk, overdag op de publieke tribune in de strafrechtzaal.

[...]


Enkhuizer Courant, 9 maart 1912


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Annie Pascal, Jan Olieslagers

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 8 april 1912

Uit het leven eener avonturierster.

Het kon de titel wezen van een heel spannende roman in vele hoofdstukken en de heldin van het verhaal, hoewel een minder fraaie rol spelende, zou om haar geslepenheid misschien bij velen nog niet bepaald zoo'n hard oordeel vinden.

We willen alle fantasie, alle romantische aankleeding ter zijde laten en eenvoudig eenige feiten verhalen uit het leven dezer avonturierster: de eergisteren gearresteerde zich noemende aviatrice en journaliste Annie Pascal, in wie ook wij reeds zeer spoedig eene avonturierster hebben meenen te zien, getuige ons vermoeden dat ze nog eens.... in een Turksche harem zou terecht komen, ja méér nog dan een avonturierster, - al was 't ook geen oplichster - wat meerdere personen hier-ter-stede, wien wij indertijd onze meening mededeelden, kunnen bevestigen. Ons heeft zij zich enkel voorgesteld als ex-journaliste en aviatrice en deze twee beweringen juist zijn niet louter fantasie geweest, waar vast staat, dat zij meerdere perskaarten van buitenlandsche bladen in haar bezit heeft gehad en, wel niet als aviatrice, doch als passagiere verscheidene vluchten heeft gemaakt in een vliegmachine.

Annie Pascal werd den 21en Oct. 1873 in de Noord-Hollandsche, gemeente Hensbroek geboren. Haar ware naam is Annie Geertruida Helder. Haar vader - evenals haar moeder reeds overleden - was een eenvoudig landman.

Op betrekkelijk jeugdigen leeftijd ging zij naar Amsterdam, waar ze bij een modiste in de leer kwam. Na dien tijd vernam de familie weinig meer van haar. Wel kwam vrij plotseling het gerucht opduiken, dat zij verloofd was met een jonkheer uit Arnhem en dat zij spoedig zou trouwen, maar tot een huwelijk met dezen is het niet gekomen.

Ze trouwde echter met den heer J. M. Druighoven, die kort daarna overleed. Hjj schijnt haar zonder middelen te hebben achtergelaten, want 15 jaren geleden, ten tijde van de oude Amsterdamsche en Arnhemsche wielerbanen, ontmoette men haar op deze banen, waar ze met heel slinksche manieren andermans fietsen tot de hare wist te promoveeren en toch en in weerwil daarvan onder de jongelui op het middenterrein een welkome gast was, omdat ze d'r verduiveld aardig uitzag en een geestig discours had. (Uit ,,Het Leven".)

Later maakte ze kennis met den beeldhouwer T. A. M. Van der Meer, die met eene Amsterdamsche familie verkeerde. Op een avond bracht hij een jonge dame mede, die zich Annie De Jong noemde, excentriek gekleed was en loshangend haar had. Ze vertelde een Canadeesch journaliste te zijn en naar Amsterdam gekomen te zijn voor de kroningsfeesten. Zij bleef echter voor goed in de hoofdstad en het paar trouwde te Watergraafsmeer, nadat hun een zoontje was geboren.

Het gezin verhuisde naar Eerbeek en van daar naar Apeldoorn, waar na eenige jaren v. d. M. failliet gingen man en vrouw scheidden. („Tel." 3/4.)

Van dien tijd af schijnt Annie Pascal meer eigenlijk haar leven als avonturierster begonnen te zijn. Vier jaren geleden kwam ze met haar zoontje bij dezelfde Amsterdamsche familie. Ze zag er vreeselijk armoedig uit en klaagde, dat ze geen geld had om brood te koopen. De familie hielp haar enkele keeren.

In 1910 kwam ze bij een andere Amsterdamsche familie op het Rembrandsplein met haar toen 6-jarig zoontje „logeeren". Zij was vroolijk, hartelijk en innemend, zoodat men baar daar zeer gaarne mocht. Zij bleef er drie maanden en als 't op 't betalen van 't kostgeld aankwam, had ze altijd uitvluchten, waarbij de namen van zeer voorname personen haar altijd te hulp kwamen en vertrouwen wekten. Bovendien had ze hier en daar op hare talrijke omzwervingen wat „geleerdheid" opgedaan, waarmee ze danig geurde. Tijdens dit verblijf te Amsterdam zou de familie van het Rembrandsplein juist een reis langs den Rijn maken. Annie Pascal had ook wel lust om mee te gaan!

De plaatskaartjes werden zoolang voor haar betaald terwijl de heer des huizes haar geld ter hand had gesteld om het tegen Duitsch geld te wisselen. Toen zij aan boord eens 'n consumptie moest betalen, gaf zij voor het gewisselde geld thuis te hebben gelaten in de lade van de waschtafel. In Keulen liet zij de familie in den steek en verdween.....

Later nam zij onder den naam van Mevrouw Van der Meer haar intrek bij eene familie in een der Helmerstraten te Amsterdam. Haar kind ging naar school.  Maar nóch school, nóch kostgeld werd betaald. Wel bracht zij nu en dan eens wat voor de  huisgenooten mee, wat dezen natuurlijk heel aardig vonden en maar niet verder op de betaling der achterstallige huurpenningen aandrongen („Tel." 22/3)

't Vorige jaar echter werd haar buitengegewone gelegenheid geboden voor hare „avonturen". Met den grooten trek der menschvogels kwam ze mee naar Soesterberg en de Molenheide. Ze heette vertegenwoordigster te zijn van „Le Journal" en had ook een perskaart bij zich. Zij bracht er den journalisten, door hare verhalen over haar journalistieken arbeid, eenige afwisseling in de trieste verveling van het wachten. Zij had de meeste buitenlandsche reizen van president Fallières medegemaakt, alle werelddeelen bezocht, onze grens in een auto gepasseerd, die achterna werd gezet door de douanen, waarbij de Fransch gezant haar echter ten slotte hielp, ze was gepromoveerd in de letteren enz. (Bred. Crt. 25/2.)

Zij sliep de nachten tusschen de dagen van 23 tot 27 Juni op een bos stroo in de hangars of in een in de nabijheid aanwezige boerenschuur (N. C. 25/2), beschikte over een eigen auto, had een brassard van „Le Journal", zoodat ze op alle vliegvelden met 'n zekere welwillendheid en voorkomendheid werd behandeld (D. v. N. 23/2). Ze deelde aan de collega's blauw-wit-roode vlaggetjes uit, bij wijze van knoopsgatversiering. Ze was vertegenwoordigster van „Le Journal" zooals we zeiden, maar eigenlijk verbonden aan „Morning Post". Bepaald boeiend was de beschrijving, die ze wist te geven van den auto-tocht, dwars door Azië, dien ze had medegemaakt; van de Portugeesche omwenteling, van haar ontmoeting met koning Manuel in Engeland. Op velerlei gebied was ze thuis. Op 't oogenblik zocht ze gegevens, om den invloed na te gaan der sterrebeelden op de verstandelijke vermogens der kinderen, die er onder geboren worden! We hebben nog spijt, schreef 24/2 de Bred. corr. van de „Msb.", dat we toen, oneerbiedig genoeg, in een lach schoten. Mogelijk hadden we nog veel interessants gehoord, wat we nu moesten missen.

De Bred. Crt. wist nog te vertellen, dat zij van een vertegenwoordiger van een der groote bladen een vulpenhouder leende en deze vergat terug te geven.

Na de rondvlucht kwam Annie Pascal, in harembroek gekleed, op de Molenheide terug om de vliegkunst te leeren, wat ze in zes weken moest doen, aangezien hare redactie haar niet langer missen kon. Toen Annie Pascal de eerste proeven aflegde in het leertoestel van de vereeniging en dit langzaam over de heide rolde, botse het tegen het toestel van een stokdooven luchtveroveraar, die in een eigen toeslel het vliegen leerde. Beide machines werden tot spaanders geslagen. Annie Pascal was weinig verschrokken, doch den volgenden dag was ze gevlogen. Het bleek zelfs, dat zo geen waarborgsom gestort had en de vliegvereeniging leed f 750 schade (N. C. 23/2).

Een Rotterdamschen mijnheer, H. geheeten, had zij intusschen weten te bewegen haar f 500 te leenen om haar studies elders voort te zetten. Zij ging naar St. Job bij Antwerpen en kocht er een vliegmachien van Jan Olieslagers, die het toestel naar Gilze-Rijen zond, waar het weken lang aan het station bleef staan. Annie Pascal zelf kwam echter niet, totdat ten slotte de machine op last van Olieslagers naar België werd teruggezonden (Bred. Crt. 25/2).

In Antwerpen maakte zij eenige vluchten met Den Duyver op het Wilrycksche plein.

Nu was ze dus aviatrice en kon dus voortaan als zoodanig optreden! Zoo bezocht ze verschillende vliegmeetingen in ons land, o. a. die te Zeijen (Groningen), waar ze tegenover de leerlingen-aviateurs zeer royaal deed.... in belofte, in 't Hotel „Willems" logeerde en er ook anderen op haar kosten liet logeeren, maar vergat te betalen. (N. v. h. N. 23/2).

Omstreeks April vervoegde zij zich te Heelsum ten huize van den kunstschilder X. Munninghoff. Dezen deelde zo eerlijk mede Annie Helder te heeten en de verlaten vrouw van den beeldhouwer Van der Meer te zijn. Om in haar onderhoud te voorzien wilde zij nu te Schaarsbergen een pension voor zenuwlijders oprichten, waartoe zij de financieele hulp inriep van kunstenaars en kunstvrienden. Mevr. M. en haar moeder en nog een te Heelsum wonende dame werden door haar verhaal bewogen tot afgifte van meer en minder groote geldsommen.

Ook te Oosterbeek wist zij op die manier een paar personen uit goede kringen te bewegen haar geld te geven. Zij dreef de brutaliteit zoo ver, dat zij eenige dagen later bij haar slachtoffers nog terugkeerde om haar innigen dank te betuigen. (HBl. 18/2).

Ook bij Arnhem wist zij liefdadige menschen tot afgifte van geld te bewegen. Zij sierde zich met de namen van achtenswaardige families en personen. Zoo noemde zij zich beurtelings Jeannette Diepenhorst (met halve gebruikmaking van den naam van de bekende schrijfster Johanna Diepenhorst), en Van den Bergh van Eysinga. Zij had verschillende ontmoetingen met den heer D. J. Van der Ven, die thans zijne bevindingen heeft medegedeeld in de „N. Arnh. Crt." van 13, 14, 15 en 10 Maart. Voor briefwisseling had zij hem een adres opgegeven te Parijs, doch een door den heer v. d. V. geschreven brief kwam onbestelbaar terug. Hij schreef ook aan de heeren W. A. Paap, Bernard Canter en prof. Bolland, die zij allen als goede bekenden had opgegeven, doch die allen antwoordden de dame niet te kennen.

Te Oosterbeek bracht ze, wegens gebrek aan geld, het grootste gedeelte van den dag in een tramkiosk door, waar zij leefde van een paar krentenbroodjes.

Bij een gedelegeerd commissaris van een der voornaamste Haagsche maatschappijen tot exploitatie van bouwterreinen, diende zij zich eveneens aan als Mej. Diepenhorst en wilde een terrein koopen, waarop ze een groote villa wilde laten bouwen, geheel met rozen begroeid, verder een rosarium en een vogeltuin („N. A. C.")

In Sept. 1911 kwam Annie Pascal bij een Haagschen winkelier goed koopen zoogenaamd voor den aviateur Mulder, die gevallen was; want, zei ze, wij aviateurs helpen elkaar steeds. Ze kocht voor ruim f 30, dat naar het Roode Kruis moest gezonden worden, waar Mulder verpleegd werd. De winkelier wantrouwde het zaakje en zond het goed niet. De volgenden dag kwam ze het goed zelf halen, kocht er voor nog f 7 bij en betaalde toen, omdat de winkelier er op aandrong. Begin October kwam ze voor de derde maal en kocht weer voor f 16. „De heer Mulder is na bijna hersteld, over eenige dagen gaan we naar Algiers om daar te vliegen." De winkelier liet het goed staan totdat ze was komen betalen, maar... ze moet nog komen! („N C." 28/2).

Tegen het einde van 1911 kwam Annie weer bij de Amsterdamsche familie, die we 't eerst genoemd hebben en waar ze vóór 14 jaren het eerst met den beeldhouwer Van der Meer was geweest. Ze was keurig gekleed, had geld in overvloed en verklaarde dat haar leven een geheel andere wending had genomen. Door haar journalistieken arbeid kon ze ruimschoots in haar bestaan voorzien. Ze toonde ook een perskaart van „The Morning Post". Toen de revolutie in Perzië uitbrak, kwam ze eens snikkend vertellen, dat men den zoon van den Shah, die een bijzonder goede vriend van haar was geweest, vermoord had. Ze belde vele voorname personen in Amsterdam en Den Haag op om bijzonderheden te vernemen, reed er per auto heen en zeide ten slotte de zekerheid gekregen te hebben, dat de prins nog leefde. Nu moest ze onmiddellijk naar Perzië om er een diplomatieke zending te vervullen.

Annie Pascal verdween en kwam 31 Jan. jl. bij de familie terug, verklarende in Perzie geweest te zijn, waar ze bijna gedood was. Ze toonde oen klewang-houw op haar hoed. Verder vertelde ze, als sjouwersjongen verkleed, den prins het parlementsgebouw te hebben binnengebracht. Ze sprong op het eerste het beste paard, werd door Perzische soldaten achtervolgd en smeet toen, wetende dat geen Perzisch soldaat ooit op zijn vlag mag trappen, de vlag, die om den kop van haar paard gedrapeerd was, voor het paard van haar vijand en zoo kon ze ontvluchten. Als een bewijs hoe slim „Annie Pascal" was vertelde die familie nog, dat, toen ze op verzoek van haar gescheiden man uit de ouderlijke macht ontzet was, en zij het adres van hem wilde te weten komen, een advertentie plaatste, waarin voor een omvangrijk restauratiewerk in een kasteel, dat minstens twee jaar zou duren, een bekwaam beeldhouwer gevraagd werd tegen een salaris van f 50 per week. Ook v. d. M. schreef er op en.... Annie had haar doel bereikt (Tel. 3/4.)

In Februari van dit jaar, trachtte zij, zooals wij indertijd gemeld hebben, weer een machinatie op touw te zetten, die echter door Jhr. Feith (van 't „Alg. Hbl.") werd verijdeld. Deze waarschuwde de politie, maar deze had haar nog niet gevangen. Toen de journalist eens in hemdsmouwen bij een der Amsterdamsche snijders een nieuwen rok stond te passen, passeerde Guusje Helder het huis van den modekunstenaar. De journalist, aan vliegen gewoon, vloog in zijn jas, vloog de deur uit, vloog haar achterna en in de Kalverstraat vloog hem de inspecteur Hulseboom bijna in de armen, die Guusje toen arresteerde. („Het Leven").

Zij werd naar Middelburg overgebracht, in verband met eene poging tot afpersing van een notaris te IJzendijke voor een bedrag van f 25. („N. Z. C." 24/2). Na verhoor door den rechter-commissaris werd zij echter weer vrijgelaten.

De vorige week is zij in Alkmaar geweest, in hotel „De Burg", waar zij ook in Januari gelogeerd had. Zij noemde zich nu weder mevrouw Vermeer, hernieuwde de kennismaking met een familie daarterstede, waar zij met open armen werd ontvangen. Zij wist door haar mooie woorden weer f 12.50 te leen te krijgen omdat zij naar Winterswijk moest en teekende een schuldbekentenis. De dochter des huizes bracht haar naar het station, waar zij een kaartje nam voor.... Amsterdam. De hotelhouder ontving nog een telegram van haar, om dezelfde kamer voor haar open te houden, doch Annie verscheen niet en laat de hotelier naar zijn centen fluiten. (Tel. 28/3).

Ziehier eenige grepen uit het leven van de beruchte avonturierster Annie Pascal, wier arrestatie we gisteren uitvoerig hebben vermeld.

"...te Zeijen (Groningen)", het dorp Zeijen ligt in de provincie Drenthe.


Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 8 april 1912


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Hubert Hagens, Annie Pascal, Vliegveld Ubbena, Jan Olieslagers

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


De grondwet, 4 juli 1912

Annie Pascal!

Men zal zich herinneren, dat Genis Helder, alias Annie Pascal, bij haar arrestatie te Arnhem haar voornemen te kennen gaf te willen deelnemen aan de eerstvolgende rondvlucht. Begrijpelijk werd aan deze mededeeling weinig waarde gehecht en geacht te zijn ontsproten aan het fantasierijke brein van de romantische dame.

Toch blijkt, deze, mededeeling niet geheel te zijn gefantaseerd; althans vast staat, dat een in sportkringen zeer bekend Rotterdammer heeft gekocht en aan haar present gegeven 'n eertijds door Jan Olieslagers gebruikte machine. Dit vliegtuig werd voor enigen tijd van Antwerpen naar Breda vervoerd doch daar als onbestelbaar geweigerd; de eigenaresse zat toen reeds in preventieve hechtenis. Na naar Antwerpen te zijn geretourneerd is het daar opgeslagen en zal, waarschijnlijk binnenkort in openbaren verkoop komen wegens de groote onkosten - 1100 fr. - welke expeditie en opslag hebben beloopen. Naar men beweert, heeft Annie Pascal tot dezen verkoop reeds vergunning verleend. De instructie naar de gedragingen van dit veelbesproken personage loopt teneinde en is binnenkort verwijzing naar de openbare terechtzitting waarschijnlijk.

(Centr.)


De grondwet, 4 juli 1912


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Annie Pascal, Jan Olieslagers

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


De Graafschap-bode, 6 juli 1912

We vernemen, dat tijdens de arrestatie van Guus Helder (Annie Pascal) nogal een en ander te doen is geweest over haar beoefening der vliegsport; zij zelf verklaarde toen zij te Arnhem was aangehouden, dat het in haar bedoeling lag deel te nemen aan de ophanden zijnde Nederlandsche rondvlucht. Deze mededeeling is door eenigen als een nieuwe brutaliteit, door anderen als komende van een querulante en door derden schouderophalend ontvangen. - Toch staat het, zooals het blad uit de meest vertrouwbare inlichtingen blijkt, vast, dat door een in Rotterdamsche sportkringen zeer gezien man, den heer H., aan Annie Pascal, een vroeger door Jan Olieslagers gebruikte machine is present gegeven, welke machine door hem was gekocht. - Deze machine is tijdens haar preventieve detentie van Antwerpen naar Breda verzonden, waar zij als onbestelbaar werd geretourneerd, om vervolgens in Antwerpen te worden opgeborgen. - Dezer dagen is door de expeditieonderneming gevraagd geworden wat er met de machine moet geschieden; daar er, wegens vervoer en opslag fr. 1100 kosten waren gemaakt; vermoedelijk zal binnenkort openbare verkoop te Antwerpen volgen, waartoe, naar men met zekerheid meent te kunnen mededoelen, door Annie Pascal reeds toestemming zou zijn gegeven. - Uit deze berichten zou dus volgen, dat hetgeen de romantische dame over haar voornemens mededeelde, niet geheel zonder grond was.


De Graafschap-bode, 6 juli 1912


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Annie Pascal, Jan Olieslagers

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


Nieuwblad van het Noorden, 10 juli 1912

Vliegplannen.

We kregen gisteren bezoek van den heer Convert, aviateur, thans, zooals men Maandag in ons blad heeft kunnen lezen, met een vliegmachine gestationeerd op het oude vliegterrein te Zeijen bij Vries, waar hij zijn „Bleriot" heeft gestald in een der daar nog aanwezige gebouwen.

De heer Convert vertelde ons enthousiast van zijn drie mooie vluchten, die hij Zondagavond rondom Assen heeft gedaan en waardoor hij zich geheel gerehabiliteerd had van het échee, dat hij leed, toen hij de vorige maand voor de Sportvereeniging zou vliegen maar niet vloog omdat er te veel wind was en hij, toen de wind ging liggen, „panne" had.

Met vliegdemonstraties voor geld is 't niks meer gedaan, zei hij. Dat is fini, totalement fini. Het tweede jaar, dat hij vloog - hij behoort dus niet meer tot de jongere broekjes - heeft hij er nog goed geld mee verdiend, maar nu krijg je er geen comité meer voor bij eikaar, ze hebben allemaal geld er bij laten zitten en durven haast niet meer.

Maar hij heeft nu eenmaal de kunst geleerd en zijn vliegtoestel - een monoplane-bleriot met een Anzani-motor van zestig paardekrachten staat er. En om het nu niet renteloos te laten - hij moet zijn mechaniciën ook betalen - heeft hij het plan gevormd om van vanuit Vries ook eens een tochtje rondom onze stad te gaan doen. Zijn onkosten wil hij zien goed te maken door zijn vliegtuig te stellen in dienst van de reclame. Daartoe zoekt hij - zoo deelde hij ons mee - een aantal firma's hier ter stede, die hem een pakje reclamebiljetten willen meegeven, welke hij dan van uit zijn hooge zitplaats wil werpen over de duizenden hoofden, die naar hem zullen staan te kijken.

't Idee is hier nog niet eerder uitgevoerd, wel geopperd. We herinneren ons dat indertijd bij het Vliegcomité te Helpman een vraag inkwam van een firma, die goed geld als Olieslagers wilde doen, wat nu Convert van plan is. Olieslagers voelde er destijds niet veel voor en zoo kwam er niets van. Maar Convert zal het nu wel trachten te doen.

't Was niet voor 't eerst, dat hij zoo iets deed, vertelde hij ons. 't Ging heel gemakkelijk en hij maakte al haast de instinctieve beweging met zijn rechterarm, „och, zoo gemakkelijk!" Een lijstje van bekende firma's had hij al.

Als hij er in slaagt een voldoend aantal bij elkaar te krijgen - en waarom zou hij niet? - dan meldt hij het ons direct en wij zullen dan wel zorgen, dat onze lezers gewaarschuwd worden. Wel is voor de Groningers een vlieger in een machine geen nieuwe en onbekende verschijning, maar... zóo oud, dat het helemaal niet interessant meer zou zijn, is 't toch ook nog niet.

En de vliegmachine in dienst der reclame, dat is, voorzoover wij weten, in Nederland nog niet vertoond en dus voor Groningen een primeur.

Intusschen lezen we nog van andere plannen van den heer Convert. hij zou Zondag van Zeijen naar Meppel en naar Groningen willen vliegen. Welk plan nu het eerst tot uitvoering zal komen, weten we nog niet.


Nieuwblad van het Noorden, 10 juli 1912


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Henri Convert, Vliegveld Ubbena, Jan Olieslagers

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


Laad meer