Nieuwsblad van het Noorden, 14 juli 1911

Ernstig vliegongeluk te Leeuwarden.

Ook gisteren, den tweeden dag, woei er in den middag een tamelijk sterke wind. Om 4 uur 37 min. echter waagde Sieb Koning de eerste vlucht. Hij bleef met zijn monteur Ledougne 8 minuten in de lucht en verklaarde nooit tevoren zoo'n zware reis te hebben gehad. De wind bleek niet egaal. De vlieger had last gehad van den benedenwind, die zijn toestel nu en dan geweldig deed schokken. Boven de Hariingervaart was hij plotseling 10 meter gevallen, om daarop weer moeilijk te stijgen. 't Was zwaar werk geweest. Het talrijke publiek juichte hem geestdriftig toe, en andermaal werd hem een krans vereerd.

Kwart over zeven gingen er weer een paar loodsen open. Het eerst steeg Van Bussel op, die prachtig de lucht in stevende. Onmiddellijk daarop nam John Olieslagers in zijn Blériot plaats. De motor van zijn monoplan werkte goed; het toestel werd om 7.25 in beweging gezet. De machine ging met kleine sprongen vooruit, maar niet de lucht in; er was blijkbaar geen stuur in, althans er schoen iets onklaar te zijn; halfweg het terrein maakte zij ineens kort linksom, ging vooruit en kwam toen in een niet al te vluggen gang tusschen het op 2 à 3 rijen aanwezige publiek, dat achter het afzettouw was gezeten. Groote consternatie. Het publiek was wel zoo snel het vermocht achteruit gesneld, en de machine was wel in haar vaart eenigszins gestuit door het touw, dat het publiek van het terrein moest verwijderd houden, maar, helaas, de gevolgen bleken erg genoeg. Vier dames bleken meer óf minder ernstig gewond en werden, nadat een paar geneesheeren de eerste hulp hadden verleend, naar het Diaconessenhuis gebracht.

Volgens officiëele opgave werden de volgende dames gewond: mevrouw J. G. Winkel-Groothuis, uit Besoyen (N.-Br.), kreeg een schedelbreuk en verkeert in levensgevaar; mevrouw Winkel-Van Tarel, echtgenoote van den Rijkskeurmeester te Akkrum, had een rib gebroken en is niet buiten gevaar; mevr. Faber-Reitsma, van Bolsward, had beide polsen stuk, en mevrouw Weidema-Vosman, te Leeuwarden, heeft vermoedelijk een been gebroken.

Olieslagers bleef ongedeerd. Zijn machine is echter onbruikbaar.

Een algemeene verslagenheid had plaats gemaakt voor de pas tevoren algemeen heerschende vroolijkheid. Terwijl Van Bussel op het terrein daalde, waren twee toegesnelde geneesheeren bezig het eerste lijden te lenigen.

Later is er toch nog weer gevlogen. Sieb Koning ging voor de tweede maal de lucht in en daalde na eenige minuten. Uit het publiek gingen tegen deze handelwijze ernstige protesten op.

De secretaris van het vliegcomité verzocht aan de pers uitdrukkelijk te melden, dat de laatste vlucht plaats vond in overleg met den plaalsvervangenden-burgemeester en op order van den voorzitter van het vliegcomité. Naar men vernam, zouden, in overleg met den waarnemenden burgemeester, ook de volgende dagen de vliegdemonstraties doorgaan.

Men seint ons heden uit Heerenveen, dat door het ongeluk te Leeuwarden het comité te Heerenveen heeft afgezien van de vliegweek in Augustus.

Het vliegcomité te Helpman had gisteravond juist een vergadering belegd om tengevolge van een verzoek van den heer S. Koning maatregelen te beramen voor een nederdaling op het Helpener vliegterrein op a.s. Zondagavond, wanneer Koning naar hier zou komen vliegen. Reeds was voorloopig besloten tot den bouw van een nieuwen hangar toen het bericht van het ongeval te Leeuwarden kwam met het gevolg, dat niemand meer lust gevoelde zich voorloopig met vliegdemonstraties in te laten. Koning zal dus voorloopig zijn machine in Vries moeten stationeeren tot hij hier een hangar met geschikt terrein zal hebben gekregen.


Nieuwsblad van het Noorden, 14 juli 1911


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Sieb Koning, Vliegveld Ubbena, Émile Ladougne, Jan Olieslagers

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


De courant, 15 juli 1911

SPORT EN WEDSTRIJDEN.

LUCHTVAART.
Het vliegongeluk te Leeuwarden.

In aansluiting met het telegrafisch bericht van gisteravond over het ernstig ongeluk op het vliegterrein te Leeuwarden, nog het volgende:

Nadat Koning een prachtvlucht had gemaakt van 8 minuten - ’t was toen ongeveer 5 uur - werd gewacht op een minder sterken wind. Het was een zware tocht voor Koning geweest. Boven de Harlingervaart was de machine 10 meter naar beneden gevallen, toen weer opwaarts geworpen en heen en weer geslingerd, totdat de aviateur goed en wel landde. Hem werd een krans aangeboden.

Om ruim 7 uur werden de machines van Olieslagers en van Bussel naar buiten gebracht. Koning verscheen ook weer op het terrein en maakte zich reisvaardig.

Van Bussel was de eerste, die de lucht inging, om 20 minuten na 7 uur.

Eenige minuten daarna commandeerde Olieslagers „contact!” Na een 60 meter van het terrein te hebben gehuppeld, scheen het alsof bij zou stijgen. Doch helaas!

Plotseling sloeg de machine links om en joeg in volle vaart in het publiek.

Gelukkig werd de machine als ’t ware een weinig tegengehouden door een van het vliegterrein gespannen touw, zoodat het vliegtuig op zij viel, anders was het nog verder op het publiek ingejaagd.

Zooals reeds gemeld, werden vier dames, mevr. Winkel-Groothuis, te Besoyen (N.-Brab.); mevr. dr. Winkel-van Parel, echtgenoote van den Rijkskeurmeester uit Akkrum; mevr. J. Faber-Reitsma, echtgenoote van een bakker uit Bolsward en mevr. Weidema-Vosman, echtgenoote van den hotelier Weidema, ernstig gewond; de eerste zelfs levensgevaarlijk. Licht gewond werden o.a. de heeren Spiekman en Zuidema, uit Groningen.

Vele personen hadden zich op den grond laten vallen - een tegenwoordigheid van geest in een ondeelbaar oogenblik! - zoodat dezen niet met de machine in aanraking waren gekomen.

Nauwelijks was het ongeluk gebeurd of een signaal werd geblazen, waarop de dienstdoende geneesheer, dr. Uffelie, zich naar het hospitaal spoedde. Dit ziekenhuis, waarheen de ongelukkigen door politie en burgers werden gedragen, was keurig ingericht.

Dr. Uffelie kreeg dadelijk assistentie van een 10-tal geneesheeren, die op het terrein waren, en voorts van de directrice van het ziekenhuis, pleegzusters, politieagenten en leden van de Vereeniging Eerste Hulp bij Ongelukken.

Bij mevrouw Winkel-Groothuis uit Besoyen werd een ernstige schedelbreuk geconstateerd; zij is levensgevaarlijk gewond. Mevr. Winkel had een rib gebroken; de beide armen van mevrouw Faber-Reitsma waren stuk geslagen, terwijl bij mevrouw Weidema-Vosman beenbreuk werd geconstateerd.

De eerste drie gewonden werden per auto naar het Diaconessenhuis vervoerd; de laatste naar haar woning.

Inmiddels was het terrein, waar de machine was neergekomen, door politie afgezet.

De machine was vernield, de aviateur ongedeerd.

Intusschen werd met vliegen doorgegaan, naar het comité mededeelde, in overleg met den plaatsvervangenden burgemeester, den heer Beucker Andreae, op order van den voorzitter van het vliegcomité, die zelf wethouder is.

Toen Van Bussel om 7 uur 29 was gedaald, ging Koning om 7.43 de lucht in, terwijl het Wilhelmus werd gespeeld. Dit lokte van een deel van het publiek een ernstig protest uit. Toen Koning om 7 uur 43 was gedaald, verbood de commissaris van politie, de heer A.P. Heg, het omhoog gaan met Cozic, waarmee de voorzitter van het vliegcomité zich niet kon vereenigen. Er is echter niet meer gevlogen.

Het publiek gedroeg zich voorbeeldig. Velen verlieten huilende de Wilhelminabaan; de personen, die op de baan bleven, verdrongen zich uit nieuwsgierigheid om het hospitaal, doch waren niet lastig, weer anderen juichten Koning levendig toe; ze hadden zeer zeker weinig vermoeden, dat zoo iets ernstigs was gebeurd.

Wat de oorzaak is van dit bloedige incident. De een gaf de schuld aan den motor, een tweede aan rukwinden. Doch het juiste is niet vast te stellen. Toen we eenigen tijd na het ongeluk hiernaar aan de deskundigen vroegen, kregen we een schouderophalen.

Olieslager zelf was te veel onder den indruk.

Gistermiddag seinde onze correspondent te Leeuwarden:

De toestand der gewonden, opgenomen in het Diaconessenhuis, was hedenmiddag iets beter. De toestand van mevr. Winkel, uit Besoyen, blijft zorgelijk. Mevr. Weidema heeft vermoedelijk een enkel gebroken.

Met de vliegdemonstraties wordt voortgegaan.

Nader seint onze correspondent te Leeuwarden:

Naar aanleiding van de mededeeling van het vliegcomité, alsof zou zijn doorgegaan met het vliegen in overleg met den locoburgemeester, op order van den voorzitter van het comité, die wethouder is, deelt de locoburgemeester ons mede, dat hij, wijl volgens het comité geen ongelukken waren gebeurd, in overweging heeft gegeven eenmaal nog te vliegen. In deze overweging lag opgesloten, dat het comité in overleg zou treden met den commissaris van politie, die de leiding heeft, hetgeen het comité bekend was.

Als oorzaak van het ongeluk gaf Olieslagers ons op, dat een windruk onder den rechtervleugel was gekomen, tengevolge waarvan de machine naar links was omgeslagen. Op dat oogenblik had hij den motor stop gezet. De vlieger, die ongedeerd bleef, was even bewusteloos geweest en hoopt, zoodra het vliegtuig is gerepareerd, weer te demonstreeren.

Vliegweek te Heerenveen.

Door het ongeluk te Leeuwarden heeft het Comité te Heerenveen afgezien van het houden van een vliegweek in Augustus.

De piloot van het ongeluksvliegtuig was Max Olieslagers, broer van Jan.


De courant, 15 juli 1911


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Sieb Koning, Jan Olieslagers

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


Leeuwarder courant, 18 juli 1911

De Leeuwarder vliegweek.

Zaterdagavond.

Van den middag op den avond wachtende, drentelden wij het terrein nog eens op en neer en aldus den tijd verdrijvende, begonnen wij onwillekeurig de reclames te lezen, die de heer Visser met vaardige hand op het terrein heeft aangebracht. En onder het lezen kwam 't ons duidelijk voor den geest, ja daarvoor zijn eigenlijk die reclames. Wat voor nut hebben reclames als men ze niet leest.

Een mensch, die op iets wacht, doet allerlei dingen, waarvoor hij zich anders geen tijd gunt en zoo lazen wij dus de reclames eens met aandacht, 't Is jammer, dat deze bekentenis den lezers eerst onder de oogen komt, als de vliegweek reeds is geëindigd, anders zouden wij dit middel ter verdrijving van de verveling kunnen aanbevelen. Enfin, men kan 't voor een volgende maal onthouden.

Toen het omstreeks zeven uur was geworden en de wind inderdaad wat verminderde, kwamen er langzamerhand weer meer belangstellenden. En ditmaal zou hun komen niet voor niets zijn!

Koning vliegt.

Koning, die in verband met zijn voorgenomen overlandvlucht naar Groningen was geweest, kwam nu op het terrein en gaf te kennen voornemens te zijn een vlucht te maken. Voor de verandering zou hij nu eens zonder passagier vliegen en ook deze kunst verstond hij meesterlijk. Zijn hangar werd geopend en om half acht werd zijn machine buiten gezet. Twee minuten later steeg hij, nadat het „Wien Nederlandsch Bloed" was gespeeld alleen op en sierlijk stijgend ging het elegante luchtpaardje de hoogte in. Er stond vrij wat wind. Koning vloog twee rondjes en daalde vlot en regelmatig om 7 u. 37 m. De vlucht had dus 5 minuten geduurd en het hoogst bereikte punt was 175 Meter.

De geestdrift van het publiek was groot: het juichte den koenen vliegmensch levendig toe. Toen de vlieger uit zijn toestel was gestapt schetterden fanfares over het veld en werd hij door de comitéleden en eenige anderen hartelijk geluk gewenscht met deze welgeslaagde vlucht Namens het comité bood de heer Schoondermark zichtbaar ontroerd (dit lijkt een gemeenplaats, maar wij weten er heusch geen beter woord voor) den vlieger een lauwerkrans met de Leeuwarder kleuren aan. De heer van Duyl voorzitter van de Rotterdamsche Vliegvereeniging, sprak eveneens eenige woorden, wenschte den heer Koning veel succes in zijn vliegersloopbaan (of moeten wij zeggen „vliegbaan"?) en bood hem een Engelschen sleutel aan, door spreker zelf geconstrueerd en algemeen bekend als de van DuylssleuteL

De heer Koning, onder den indruk van het oogenblik, dankte voor de woorden en gelukwenschen.

Koning was de held van den dag. Op het publieke terrein, waarheen hij zich later begaf, was hij het middenpunt van de belangstelling en nu en dan weerklonk een spontaan „leve Koning". De venters van prentbriefkaarten der aviateurs riepen met een ijver „de nieuwste portretten van Sieb Koning" alsof de kaarten, die zij verkochten, als 't ware versch na de jongste vlucht waren gemaakt.

Het was merkwaardig hoe op 't oogenblik Koning zou opstijgen, nog verschillende personen het vliegterrein kwamen opsnellen, die als 't ware de lucht er van hadden gekregen, dat het nu zou gebeuren. Tergend langzaam was een groote schuit door de brug bij het vliegterrein gepasseerd, welker langzaamheid wel scheen toe te nemen hoe dichter het volkslied zijn einde naderde. Maar zij die wat vlug ter been waren, konden de opvlucht nog juist zien. Bij het vliegterrein zag 't eensklaps zwart van menschen en in vele straten der stad, stonden toeschouwers. Een ander opmerkelijk feit is te zien, hoe bij een vlucht eensklaps alle daken worden bevolkt. Waar komen de menschen zoo gauw vandaan? 't Eene oogenblik zijn de daken nog leeg en het volgend ziet men ze talrijk bevolkt en ouden en jongen stappen met een onverschrokkenheid op 't dak die zij anders niet kennen. Zou de mensch toch nog een beetje natuurlijk acrobatisch vermogen hebben overgehouden uit overoude tijden?

Na de vlucht van Koning bleef men weer wachten. De heer van Bussel had nog plan een toertje te maken. Hij wilde echter wachten, tot de wind nog wat ging liggen. Toen dat niet, althans niet vrij spoedig geschiedde, ging het vliegen over. Ongeveer kwart voor negenen ging de wimpel neer. Een ieder ging intusschen welvoldaan huiswaarts. De Zaterdag was tegen veler verwachting in, een goedgeslaagde dag geworden.

Toen Koning met zijn wakkere mecaniciens het terrein verliet, werd hij door de menschenmenigte luide toegejuicht.

Wat zal de Zondag brengen?

Zondag.

Die vraag, des avonds gesteld, werd den volgenden ochtend beantwoord met... regen. Grijs was de lucht en gestadig vielen de regendruppels, dan eens fijnstjes, dan weer zwaarder maar bleven vallen. Tegen een uur of twaalf kwam er wat opklaring; 't werd althans droog, maar de lucht bleef zwaar bewolkt.

Athletische wedstrijden.

Als wij op het vliegterrein komen jagen grijs, grauw en zwaar de wolken voort, 't Is guur op 't terrein. Maar eenige honderden menschen trotseeren het weer en volgen met aaandacht de athletische wedstrijden, Het eerste nummer vordert nog al wat tijd. Nu kan dat op zich zelf geen kwaad, want dan worden de aanwezigen wat langer bezig gehouden. Er zal toch altijd nog genoeg tijd overblijven om op het vliegen te wachten, 't Schaadt dus niet, dat de wedstrijden wat gerekf worden. Maar soms was er toch iets irriteerends in, dat een deelnemer drie, viermaal zijn aanloop nam en ziende, dat hij er niet zou komen, omkeerde en weer opnieuw begon. „Dat is nog vervelender dan het vliegen," hoorden wij zeggen. Over het algemeen werd er kranig gesprongen.

De nummers hardloopen liepen uit den aard der zaak harder van stapel, maar toch was het bij halfzeven toen de propaganda-wedstrijden waren afgeloopen. Afwisselend had de zon eens geschenen en had 't eens geregend, maar hinderlijk was de regen slechts enkele oogenblikken.

Wij laten hier thans den uitslag volgen der wedstrijden, die onder de leiding van de Nederlandsche Athletiek Unie stonden:

[...]

Cozic vliegt.

Na de wedstrijden begon het onvermijdelijke wachten weer en werd het de aanwezigen meer en meer duidelijk welk een schoone zaak toch het geduld is. Voorloopig echter was de kans op vliegen zoo gering, dat slechts weinigen achter de afschutting plaats namen. Men ging zich op het terrein wat vertreden of den inwendigen mensch wat versterken. Een heele middag in den buitenlucht maakt hongerig. Langzaam ging de tijd, die soms zoo vlug kan gaan, om, langzaam aan werd 't acht uur. Langzaam, zeggen wij natuurlijk niet langzamer dan anders, maar als men op iets wacht, schijnt eerst één minuut twee te worden en ten slotte vijf. Zwart-grijze wolken dreven rondom den horizont, met flinke vaart. Men verzekerde ons, dat er nog wel 12 M. wind stond. Alleen in het westen schitterde de zon in een vlek helderen hemel door een enkele wolkbank doorsneden, waarachter als glimmend goud de zonnestralen opschoten en de wolkenrand met gulden schijnsel werd getooid.

Als er gevlogen zou worden, zou het betrekkelijk spoedig moeten plaats hebben. De aviateur waren bij hun hangars. Van Bussel stond in zijn hangar, hing over het onderschot en bezag met aandacht de lucht. Het weer vertrouwde hij niet te best en 't woei hem nog te hard. Koning lag met zijn monteurs achter de greppel, tegenover de hangars en scheen wel krijgsraad te houden. Als 't eenigzins kon had hij gezegd, wilde hij wel vliegen. Cozic zat op de bank voor de hangar, bekeek de lucht en had oogenschijnlijk ook geen vliegplannen meer. Eenklaps, omstreeks half negen stond hij op en zeide, dat hij wilde vliegen. Bijna ter zelfder tijd deed dat ook Koning. Precies om half negen werd de hangar van Cozic geopend en werd de groote Voisintweedekker op het veld gereden. De muziek, die den geheelen dag weer als vorige dagen zich onvermoeibaar had getoond, plaatste zich voor de hangars en zette de „Marseillaise" in. Nadat de aviateur zijn volkslied had aangehoord, stapte hij vóórop zijn groot luchtschip en deed de schroef in beweging stellen. Zij, die voor de hangars stonden konden het achter het vliegtoestel niet uithouden van den ontzettenden wind, die de wentelende schroef maakte.

Koning, zoo was inmiddels bepaald, moest wachten met opstijgen, totdat Cozic teruggekeerd zou zijn.

Om 6 minuten over halfnegen ging Cozic sierlijk omhoog in de richting Noordwest ten Westen. Majestatelijk dreef het groote gevaarte op betrekkelijk geringe hoogte voorwaarts, ging dan als steigerend omhoog, klom tot 50, dan 70, eindelijk 100 meter. Ter hoogte van Marssum misschien - het is natuurlijk moeilijk te schatten - keerde de vlieger naar links, beschreef een grooten boog en verdween achter de fabriek „Fortuna". Het brommen van den motor bleef men hooren. Terwijl een ieder de machine links van Fortuna verwachtte kwam zij weer rechts er van te voorschijn. Cozic was dus andermaal tegen den wind ingedraaid, omcirkelde het vliegterrein en scheen uit den versten rechterhoek te willen landen. Maar ziet, daar wendde het vliegtuig nogmaals tegen den wind in en verwijderde zich weer. Hij daalt, hij daalt - klonk eensklaps over het terrein. En waarlijk zag men de machine dalen. Hij is geland werd er weer van hoogeren post gemeld en dat bleek juist.

Cozic landde in een weiland.

tusschen den Marssumerweg en de Harlingervaart halfweg Marssurn. Het was kwart voor negenen. 't Was toen een gerèn op 't veld van je welstee. Men kon nooit weten, wat er gebeurd was. Comitéleden , een geneesheer, politiemannen en enkele verslaggevers renden naar het eind van het terrein en toen ging het verder over weilanden, slooten, spoorweg en landweg naar de plek, waar de machine stond. Zij stond vlak bij een slootje, met den kop naar het vliegterrein gekeerd. Onderweg was de tijding al gekomen, dat de aviateur gezond en wel naast zijn machine stond. In een ommezien waren de naburige weilanden zwart van menschen, die 't Cozic en zijn monteurs - in zijn volgauto gekomen - maar lastig maakten. De politie begon dan ook dadelijk ruim baan te maken, wat niet gemakkelijk ging. Toen er wat ruimte was, werd de machine verrold, zoodat zij op een meer gunstige plaats stond en daar zou zij voorloopig blijven.

Koning vliegt.

Toen op het vliegterrein met zekerheid bekend werd, dat de nooddaling van Cozic zonder ongeval was afgeloopen, werd Koning verlof gegeven de lucht in te gaan. Nadat het volkslied was gespeeld, zette Koning zich in zijn Goupy en ging om 5 minuten voor negenen omhoog. Ook deze vlucht verliep niet zonder sensatie.

De elegante tweedekker ging prachtig omhoog, 't Noordwesten in, en was zeer snel op een 175 tot 200 M. Koning draaide door het Noorden, vloog toen naar het Zuiden tot het terrein en daaroverheen in Zuidwestelijke richting. Zoo leek deze vlucht wonderwel te slagen, toen eensklaps, terwijl de machine ten Oosten van Fortuna was, op het vliegterrein werd gehoord, dat de motor oversloeg. Het zware brommen was overgegaan in een eigenaardig tikkend geluid. De motor werkte inderdaad niet meer.

De daling moest nu zoo spoedig mogelijk plaats hebben. Daar de aviateur zich op groote hoogte bevond, had hij nog den tijd om achter het vliegterrein om te zweven - vliegen was het nu meer - en met een zeer korten draai, waarbij de machine sterk ter zijde overhelde, aan den verst van het publiek verwijderden hoek het terrein in te komen. Door den zwaren wind, die achter het toestel blies, werd dit met snelheid voortgedreven, steeds verder naar voren in de richting van het aan de voorzijde staande publiek. Dit zocht, omdat duidelijk te zien was, dat er wat aan de machine haperde zo snel mogeijk een goed heenkomen.

Op dit kritieke moment - het toestel zal toen 'n veertig meters van de hangers zijn geweest - sprong de aviateur er uit na vooraf volgens zijn verklaring, het contact te hebben verbroken en het roer te hebben omgeworpen. Bij den sprong sloeg de aviateur over den kop maar hij stond weldra weer op de voeten. Inmiddels was het toestel met de wielen tegen een greppel aan geloopen en dat bevorderde de zwenking. Het schoot nu op het terrein voor de hangars op de daar staanden toe, en veroorzaakte onder dezen een algemeene jacht om voort te komen. De machine liep echter nog slechts op zijn vaart uit en die was spoedig ten einde. Het was nog wonderwel afgeloopen. Koning was ongedeerd, alleen was hem hedenochtend de knie wat stijf van den val. De machine is niet noemenswaard beschadigd.

De vlucht had ongeveer 10 minuten geduurd.

Na deze sensaties werd de wimpel boven de groote tribune neergelaten! Er zal niet meer gevlogen worden! Het zal wel voor geruimen tijd zijn.

Cozic's machine gedemonteerd.

Dat alles gebeurde, terwijl men bij Cozic's machine aan het beraadslagen was, hoe ze te vervoeren. Aanvankelijk scheen er nog een kansje, dat de machine in zijn geheel naar het vliegterrein zou worden gebracht. Maar dat was volgens den aviateur en de monteurs onmogelijk; het gevaarte was te groot. Er zat dus niets anders op, dan het te demonteren. Onmiddelijk liet men nu de benzine uit het reservoir wegloopen.

Cozic ging naar het vliegterreinterug om gereedschappen en hulp te halen. Toen wij later met de heeren Cozic en Olieslagers naar de plaats der daling reden, vertelde de eerste, dat er veel wind was en slechte wind. De daling in het weiland was gedaan omdat de landing op het terrein voor het publiek gevaarlijk had kunnen worden met zulk een wind in den rug. De landing was, kort gezegd, geschied „pour ne pas faire des accidents". Dit teekent den ernstigen aviateur.

Even over den lokaalspoorweg op den Marssumerstraatweg zagen we het toestel aan den linkerkant liggen, belicht door een der groote autolantaarns.

De vleugels van het toestel deden als groote lichte vlekken in den donkeren achtergrond, waarin zich hier en daar menschelijke figuren afteekenden. Er was toen nog wat publiek, maar na tienen begon het hard te verminderen.

Er is toen een paar uren hard gewerkt door de beide genoemde aviateurs en hun monteurs. In het fantastisch schelle licht, dat zijn schelheid scherpe schaduwen wierp zag men de mannen werken met een vaardigheid, die bewondering verdiendt. Fransch en Vlaamsch werd er door een gesproken, korte aanwijzigingen werden gegeven wat nu en wat vervolgnes moest plaats hebben en het werk vlotte uitstekend. En van het veld uit gezien, schoten kleine lichtjes langs den donkeren straatweg, even verdwenen zij achter de boomen om dan weer zichtbaar te worden en een lange glinsterende slang kroop voorbij. Het waren de lichtjes van voorbijrijdende fietsers die huiswaarts gingen; het was de stoomtram met zijn verlichte raampjes.

Om tien minuten voor halfelf werd de groote motor, waaraan ook de zitplaats is verbonden, er uit gelicht, om kwart voor twaalven lag het geheele toestel gedemonteerd onder een groot zeil opgeborgen. Het is daar tot vanochtend 1 uur onder bewaking der politie achtergebleven, toen is het naar het vliegterrein vervoerd en daar verder ingepakt.

De gewonden.

Naar wij vernemen maken de gewonden van net ongeluk van Donderdag het bij voortduring naar omstandigheden goed. De toestand van mevrouw Winkel-Groothuis is zelfs vooruitgaande, maar hij blijft niettemin, met het oog op de ernstige verwonding, zorgelijk. Mevrouw Winkel-van Tarel maakt 't goed, haar genezing is een kwestie van rust en tijd. Helaas is het niet mogen gelukken den rechterarm van mejuffrouw Faber uit Bolsward te behouden. De rechterarm is Zaterdag beneden het elleboogsgewicht afgezet. De patiënte maakt het overigens, naar omstandigheden, vrij wel. De toestand van mevrouw Weidema-Vosman is goed; de zware kneuzing van den enkel maakt volstrekte rust noodig.

Verzekering tegen vliegongelukken.

Ons werd medegedeeld dat het vliegcomité zich voor wettelijke aansprakelijkheid jegens derden tot een bedrag van f 100,000 heeft verzekerd bij de Zwitsersche maatschappij te Winterthur onder dezelfde voorwaarden als het vorige jaar bij de „Ocean". Het schijnt echter te betwijfelen, of eerstgenoemde maatschappij de zaak even coulant zal afwikkelen als de „Ocean" dit het vorige jaar deed bij het instorten van de groote tribune. De Zwitsersche maatschappij toch schijnt niet te willen betalen, op grond dat het vliegcomité geen schuld zou hebben. Het is niet onmogelijk, dat deze opvatting tot een interessant civiel-proces zal leiden. De verzekering door den heer Olieslagers zelf tot een bedrag van f 50,000 aangegaan, schijnt er een te zijn tegen alle ongelukken op het terrein.

Na de vliegweek.

De vliegweek is afgeloopen. Zij geeft uitteraard tot allerlei beschouwingen aanleiding. Wij zullen ons daarin echter niet begeven. Wel mag de vraag worden gesteld of de ervaring niet heeft geleerd, dat dergelijke vertooningen voor het publiek, niet tegenstaande alle voorzorgsmaatregelen gevaarlijk blijven. Want dat hier de maatregelen van voorzorg goed waren, zal niemand willen ontkennen, het comité, de politie en de marechaussees, die er toe hebben meegewerkt komt daarvoor zeker een woord van lof toe. Niettegenstaande allen tegenslag, niettegenstaande het slechte weer hield het comité er den moed in. En met het comité de kijkers, die soms uren lang wachtten op de dingen, die komen zouden. Tot de goede stemming, die tot het laatst behouden bleef, droeg niet weinig bij het muziekkorps, dat onder leiding van de heeren G. Kramer en N. E. v. d. Zee zich bijna onafgebroken liet hooren. Van langdurig pauzeeren hield dit korps niet en dat is een groote aanbeveling op een vliegterrein, waar de verveling het publiek zoo gemakkelijk besluipt.

Konings plannen.

Konings voorgenomen vlucht naar Groningen kon gisteren door het slechte weder niet doorgaan. Dat sprak van zelf. De vlucht zal nu Dinsdagavond plaats hebben, indien het weer hem althans geen parten speelt. Het vertrek uit Leeuwarden zal tusschen 7 en 9 uur plaats hebben. De landing volgt op het oude vliegterrein te Helpman, waar reeds een hangar is opgericht. Met de vlucht gaat ongeveer drie kwartier gemoeid.

Het Wien Neêrlands bloed, gecomponeerd door Johann Wilhelm Wilms (1772-1847) op een gedicht van Hendrik Tollens (1780-1856), was het officiële volkslied van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden tussen 1817 en 1832 en later van het Koninkrijk der Nederlanden tussen 1832 en 1932.
Meer informatie op: Wikipedia »
Beluisteren op YouTube »


Leeuwarder courant, 18 juli 1911


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Sieb Koning, Jan Olieslagers

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


Nieuwsblad van het Noorden, 26 juli 1911

In de »Luchtvaart«, het orgaan der Nederlandsche Vereeniging voor Luchtvaart vinden we de bewering, dat het Leeuwarder Vliegcomité Koning zonder brevet zou hebben laten vliegen.

Dit moet een vergissing zijn: Koning seinde ons den 30sten Juni uit Savigny sur Oise, dat hij zijn brevet had behaald met een mooie hoogtevlucht van 200 Meter. Gisteren nog vertelde hij ons van de eerste moeilijkheden, die de befaamde »achten«, welke een vlieger voor zijn examen moet vliegen, hadden opgeleverd. Heden, toen wij bedoelde bewering lazen hebben we direct bij hem geïnformeerd, maar hem niet vindende, lieten we zijn mechaniciens, die op het vliegterrein bezig zijn met het repareeren zijner machine, vragen. Hun antwoord was: Koning heeft den 29sten Juni reeds het brevet verdiend, maar toen kon het hem niet officiëel worden toegekend, omdat hij in een van de elf »achten«, welke hij gevlogen had, even buiten de palen was gekomen. Den 30sten deed hij het nog eens over en met meer succes. Het brevet werd hem toen officieel toegekend. Het is geteekend door den heer Zora, officieel sportcommissaris van de aeroclub de France.

Dit relaas werd ons hedenmiddag door Koning zelf bevestigd.

Vermoedelijk is de redactie van de »Luchtvaart« in de war geweest met Max Olieslagers. Die had zijn brevet nog niet.


Nieuwsblad van het Noorden, 26 juli 1911


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Sieb Koning, Jan Olieslagers

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


Avia, 15 augustus 1911

Waar men gaat vliegen binnen onze grenzen.

Grijpskerk.

Op Woensdag 16 en Donderdag 17 dezer zal door Sieb Koning te Grijpskerk worden gevlogen.

Ons bericht dat Koning niet gebreveteerd is en dus evenals Max Olieslagers te Leeuwarden zonder brevet vloog handhavend, kunnen wij er thans aan toevoegen dat hij niettemin de vereischte proefvluchten volbracht heeft en het brevet hem binnenkort zal worden uitgereikt.

[...]


Avia, 15 augustus 1911


  Dit artikel is gekoppeld aan de verhaallijn(en): Sieb Koning, Jan Olieslagers

  Publiek Domein, auteursrechtelijke termijn verstreken.


Laad meer